In Oktober heb ik jullie voorgesteld aan mijn bijzondere kat: Puck Tuttie Druppemuis Lepp (en ja, ze luistert naar alle namen!). De signaal-kat-training is langzaamaan voortgezet en wij hadden laatst een primeur! Wil je weten wat? Lees dan snel verder!
Training
In die blog stelde ik de vraag of Puck in staat zou zijn om signalen aan mij door te geven, net zoals een hond zou doen.
Om dit te trainen, heb ik een klikker aangeschaft. Nadat Puck ‘kom’ (= met twee voorpoten op mijn bovenbeen komen staan) had geleerd, heb ik geluiden toegevoegd. Aan het alarm was zij snel gewend. Sindsdien viel het mij op dat Puck inderdaad duidelijker doorgeeft als er geluiden zijn: als er iets qua geluid is, begint ze haar oren als een radar af te stellen, gaat ze recht overeind zitten, heeft ze een verbaasde blik op haar gezicht en kijkt ze naar het punt waar het geluid vandaan komt. Als kat-zijnde deed zij dit natuurlijk al, maar sinds de training geeft zij veel duidelijker aan als er een geluid is en waar dit vandaan komt.
De situatie
Dit is natuurlijk al heel erg prettig, aangezien ik minder alert in mijn huis hoef te zijn. Ik viel bijna van de spreekwoordelijke stoel toen de volgende situatie zich afspeelde:
Het was een maandagochtend; ik moest om half 9 college volgen. Ik had de tolken via de intercom (die een vreselijk geluid afstoot; daar heb ik Puck niet bij nodig, want dat hoor ik zelf nog) het complex binnengelaten. Ik was in de keuken om een kop koffie te pakken, want ik was die ochtend te laat opgestaan. De koffie was nodig. De waterkoker stond voor de tolken aan en het water borrelde. De geur van versgemalen oploskoffie dreef door de woonkamer, vermengd met verdampt water. Er was – kort gezegd- behoorlijk wat achtergrondlawaai. Terwijl ik nét de koffie had gepakt, kwam Puck op haar enthousiaste, opgewonden manier naar mij toegetrippeld (=hoog op de poten staan, kleine pasjes, met een dribbeltje, staart rechtovereind met het puntje lichtjes gebogen).
Je kat negeren...
In eerste instantie negeerde ik haar, tot zij weg rende richting de gang en plots stokstijf bleef staan. Ze gaf me een over-de-schouder-blik waarmee ze leek te zeggen: ‘Kom je nog?’ Als je kat je zo aan kijkt, dan volg je haar. Ze wil wat duidelijk maken en het is aan mij – als haar baasje- om erachter te komen wat er aan de hand is. Vaak geeft ze me dezelfde blik als ze snoepjes wil, of in haar woorden: verdiend heeft, maar ik besloot haar het voordeel van de twijfel te geven. Ik volgde dus.
Dus toch de voordeur.
In plaats van dat ze naar haar slaapkamertje rende, bleef ze rondjes draaien bij de voordeur. Ze gaf nota bene kopjes áán de deur. Toen ik door het oogje naar buiten keek, zag ik dat de twee tolken bij de voordeur stonden.
Zij hadden mij geappt dat ze er waren, maar door de chaos in de keuken had ik mijn telefoon niet bij me. De berichten had ik niet ontvangen. Puck kwam mij dus waarschuwen dat er mensen voor de deur stonden. Jullie snappen natuurlijk wel dat ik -nadat ik de deur had geopend- met Puck wél haar slaapkamertje in ben gegaan om haar enorm veel snoepjes te geven. Want die had zij dit keer echt wel verdiend!