In deze blogserie, interview Robert van der Vijver verschillende leden binnen sh-jong die actief vrijwilliger zijn of zijn geweest bij SH-jong. Voor het eerste interview, ga ik langs bij Ellen Revenberg. Sinds kort heeft zij het voorzitterschap overgenomen van Stan van Kesteren, die na twee termijnen afscheid nam van SH-Jong.
Vertel heel kort over jezelf
Ik ben Ellen, 23 jaar en ik ben geboren in Deventer. Ik heb psychomotorische therapie en bewegingsagogie gestudeerd in Zwolle. Ik woon in Voorburg en ik werk in Amsterdam. Mijn hobby’s zijn: films en series kijken, lezen en als het mooi weer is, ga ik lekker buiten wandelen. Verder spreek ik ook graag af met vrienden. Ik speel ook dwarsfluit, maar op dit moment doe ik het bijna niet meer, omdat ik het te druk heb met andere dingen.
Je woont in Voorburg samen met één slechthorende jongen en een jongen met tinitius. Hoe is dat?
Ja gezellig!
Houden jullie rekening met elkaars slechthorendheid?
Voor ons is het vanzelfsprekend dat je even naar elkaar toe loopt als er geen reactie komt. Of twintig keer om herhaling vraagt als dat nodig is. Verder gebruiken wij onderling regelmatig Nederlands met Gebaren (NMG). Maar we maken er ook grappen over.
Wat voor werk doe jij?
Ik werk als pedagogisch behandelaar bij Kentalis. Het is super leuk! Ik werk met slechthorenden, doven en mensen met een taalontwikkelingsstoornis. Die daarbij ook een verstandelijke beperking hebben en veelal ook stoornissen in het autisme spectrum.
Je werkt met slechthorende en dove kinderen, maar zelf ben jij ook slechthorend. Hoe ga jij daarmee om op jouw werk?
Het voordeel van mijn werkplek is dat mijn collega’s in principe kunnen gebaren. Daarnaast kunnen mijn cliënten over het algemeen gebaren. Sommigen praten, maar we zetten altijd totale communicatie in. Dat wil zeggen dat al het gedrag van cliënten ook geïnterpreteerd wordt als communicatie. Eigenlijk is het daar zo aangepast dat ik het goed kan volgen. Want bij Kentalis werken er meerdere doven en slechthorende collega’s.
Maar ik moet er wel bij zeggen, dat ik regelmatig een tolk inzet. Bijvoorbeeld: bij een cursusdag. Bij een teamdag (dat duurt hele dag), zet ik het liefste twee combi tolken in. Die kunnen zich aanpassen aan welke stijl tolken ik nodig heb op dat moment. Bij een vergadering zet ik vooral een NMG-tolk in. Een NMG-tolk heeft namelijk sneller zijn/haar vertaling klaar, dan een schrijftolk.
Tolken
Heb je ook een tolk gebruikt toen je studeerde in Zwolle?
Deze studie duurt vier jaar, maar ik heb 4,5 jaar over mijn studie gedaan. Het laatste anderhalf jaar heb ik volledig gedaan met tolken. Mijn stages heb ik zonder tolk gedaan.
In mijn eerste en tweede jaar was ik nog erg zoekende naar hoe en welk soort tolk ik het beste in kon zetten. Ik merkte dat een schrijftolk niet heel praktisch was, omdat ik veel praktijklessen in en buiten de sportzaal had. Dat is voor een schrijftolk niet te doen. Daarom zette ik haar alleen bij theorielessen in. Pas in mijn tweede jaar ben ik gebaren gaan leren. En na een paar maanden leren, zette ik al een gebarentolk in.
En voor jouw studie in Zwolle, heb je toen geen tolk gebruikt?
Jawel! Ik heb een schrijftolk leren kennen toen ik veertien jaar was. Tijdens mijn middelbare school tijd heb ik soms wel en soms geen tolk ingezet. Ik was heel erg zoekende in wanneer en bij welke lessen ik een tolk kon inzetten. Bijvoorbeeld bij het vak muziek of het vak BSM, dat is een extra sportvak, is het niet ideaal om een schrijftolk in te zetten. Om een tolk in te zetten, is het wel handig om een aantal aaneengesloten vakken te hebben. Want voor één uurtje komen niet veel tolken. En juist de lessen waar ik een tolk in kon zetten, waren erg verspreid over mijn rooster.
Heeft het inzetten van tolken jou ook geholpen met het accepteren van jouw slechthorendheid?
Het is onderdeel van mijn identiteit geworden. Maar ik had nooit door hoe groot de impact van slechthorend zijn was op mijn leven. Dat is echt een proces geweest van de laatste twee jaar van mijn opleiding. Toen het besef echt kwam van: ‘O het heeft impact op mijn leven. Het is goed dat ik tolken inzet want, daardoor kom ik op wat ik nodig heb.’
Ook toen mijn ambulante begeleidster bijvoorbeeld zei: ‘Weet je, er bestaan schrijftolken. Probeer het eens een keer.’ Mijn reactie was toen: ‘Dan gaat er dus de hele dag iemand met mij mee !? Het valt helemaal op als er iemand met mij meekomt om te schrijftolken!’ Dat was zo’n beetje mijn redenering. En ja, het heeft mij uiteindelijk zoveel meer opgeleverd, dat ik dat naast mij neer heb gelegd. Daardoor heb ik nu zoiets van: ‘Ik heb het nodig, klaar!’
Kampen
Jij zit al ongeveer acht jaar bij SH-Jong. Hoe ben jij daar terecht gekomen?
Via mijn ambulant begeleidster. Vanaf ongeveer mijn twaalfde had ik een beetje lotgenoten contact in mijn omgeving. Daarvoor ook al wel een beetje, maar dat had mijn ambulant begeleidster georganiseerd samen met een aantal collega’s.
In eerste instantie was het met een paar meiden van mijn leeftijd en uiteindelijk kwamen er een paar bij. Maar die waren zoveel jonger dan ik, dat het leeftijdsverschil voor mijn gevoel te groot was. En dat heb ik ook gezegd. Dus toen vertelde mijn ambulante begeleidster over SH-jong. Ook bij mijn ouders heeft ze dat aangekaart. Op een gegeven moment ben ik ook daarnaartoe gegaan.
Het is wel een grappig verhaal. De eerste keer dat ik bij SH-Jong kwam, was op de chilldag van het herfstweekend 2011 volgens mij. Ik kwam daar binnen en de schrijftolk die daar op dat moment was, had echt vlak daarvoor bij mij op school getolkt. Die tolk was Inge Bakker. Voor mij was dat een beetje een gelukje, want nu kende ik iemand daar met wie ik een beetje kon praten.
Aan het einde van de dag, bleef ik daar eten. We aten rijst met een of andere vieze champignonsaus. Wat de meeste mensen van mij weten is, dat ik ECHT geen champignons lust. Dus ik heb alleen een beetje rijst gegeten. Maar samen met drie anderen, hebben wij gevraagd aan de toenmalige leiding: ‘Mogen wij naar de snackbar?’ En dat mocht. Dus wij vieren zijn naar de snackbar gelopen en gingen daar eten halen. Uiteindelijk had ik aan het einde van de dag contact met mensen, van wie ik enkelen nog steeds mijn vrienden kan noemen.
En vanaf dat moment ben jij bij SH-Jong blijven hangen?
Ja! Wel heel wisselend, want ik kon niet naar alle kampen. Ik heb een aantal herfstweekenden gemist vanwege een familieweekend. Daar baalde ik van, maar ja ik kon daar ook niets aan veranderen. En ik miste één keer pinksterkamp, maar omdat ik op examenreis was. Vanaf pinksterkamp 2015, ben ik bij heel erg veel SH-Jong activiteiten geweest.
Hoe ben jij in het leidingsteam van de kampen gekomen?
Nou, dat kwam door pinksterkamp 2015. Ik zag tijdens dat kamp zoveel dingen waarvan ik dacht: Dat kan beter, dat kan beter, dat kan beter. En ik vond het heel irritant dat ik de keuken niet in mocht, om even wat drinken te pakken terwijl de leiding niet in de buurt was. Dus aan het einde van dat kamp zei ik tegen de toenmalige kampcoördinator Mark: ‘Ik wil mee als kampleiding volgende keer!’ En zo kwam ik in het team.
Is het kamp voor jouw gevoel beter nu?
Ik denk dat het op zich wel beter is geworden. Maar het is zeker niet te vergelijken. Wij waren al heel blij als we met 25 mensen in totaal waren. Maar op dit moment hebben we het dubbele aantal personen daarvan. In dat opzicht is het al niet te vergelijken met de andere kampen.
Er is een ongelooflijke groei geweest en daarnaast zijn er veel meer jongeren onder de 18 op dit moment. In verhouding is het nu ongeveer 50/50. Terwijl het eerst een kwart jongeren onder de 18 was waren driekwart boven de 18.
Enerzijds vind ik dat er serieus dingen beter gaan, aan de andere kant is het door die groei en door de aanpak weer heel anders.
Ideaal
Is wat je vertelde over kamp ook de reden geweest dat je in het bestuur bent gekomen?
Nee. Ik merkte hoeveel impact het heeft als jongeren naar sh-jong activiteiten komen, lotgenoten ontmoeten en meer kennis opdoen over de rechten van slechthorenden. En ik merkte dat ik nog meer jongeren bij SH-Jong wil hebben. Dat kan niet als kampleiding, maar dat kan wel als bestuur. En dat is de reden dat ik de stap naar het bestuur wilde maken.
Maar ik ben natuurlijk ook super lang kampleiding geweest. Ik ben ook voorzitter geworden van de coördinatoren op een gegeven moment. Daarbij moet je toch veel meer plannen gaan maken, nadenken welke richting je op wil, wat SH-Jong wilt doen voor de toekomst. En ja natuurlijk kamp is zeer belangrijk, maar je haalt gewoon niet alle jongeren daarmee naar binnen. Dat kan niet, dat lukt je gewoon niet.
De huidige voorzitter Stan van Kesteren is weg, jij neemt het stokje van hem over als voorzitter.
Dat is iets waar wij eigenlijk al een lange tijd naartoe werken. Ik heb met Stan hierover gesprekken over van: Hey, wat houdt dat in? Hoe moet je dingen aanpakken? Waarom ik een goede voorzitter zou zijn enzovoort. Het is dus niet zo van, ik word naar voren geschoven als nieuwe voorzitter. Dat is het niet. Het is echt een heel persoonlijk proces geweest, waarbij ik over een paar jaar voor mij zelf zaken/dingen duidelijk wilde hebben.
Wat wil je bereiken met SH-Jong als voorzitter?
Mijn ideaal blijft, en dat is het al jaren, om alle slechthorende jongeren in Nederland te bereiken. En ze juist de keuze geven of zij bij SH-Jong willen aansluiten of niet. En dat we voor alle slechthorende jongeren wat kunnen betekenen in bijvoorbeeld: het onderwijs, de zoektocht naar werk en dat soort dingetjes. Het is geen realistisch ideaal voor het driejarige termijn van een voorzitter, maar het zou mooi zijn als we dit kunnen bereiken.