
Ben je al vanaf je geboorte slechthorend, dan zal je waarschijnlijk al vrij snel hoortoestellen hebben gekregen. Maar ook als je later minder gaat horen, zijn hoortoestellen meestal de eerste hoorhulpmiddelen die je aanschaft. Er zijn meer dan duizend verschillende soorten en modellen. Grofweg kun je ze indelen in twee soorten:
Hoe werkt een hoortoestel?
In basis doen alle hoortoestellen hetzelfde: ze vangen geluid op en geven dit versterkt door. Maar tegenwoordig kunnen hoortoestellen nog veel meer. Het zijn een soort computers die bijvoorbeeld spraak herkennen en deze dan meer versterken dan de omgevingsgeluiden. Maar ook het in een milliseconde terugbrengen van te harde geluiden is mogelijk. Dat heet compressie. Door zeer snelle draadloze communicatie tussen het rechter en linker hoortoestel kunnen de hoortoestellen informatie uitwisselen. Zo kun je beter bepalen waar geluiden vandaan komen.
Een hoortoestel moet je leren gebruiken. Het is namelijk niet zo dat je alles opeens weer helemaal goed hoort als je je hoortoestel in doet, je gehoorbeperking wordt er niet door opgelost. In het begin hoor je alle geluiden even hard, ook geluiden die niet belangrijk zijn om naar te luisteren. Bijvoorbeeld het tikken van een lepeltje tegen een kopje of de nageltjes van de hond op de houten vloer. Daar wen je aan, maar dat heeft vaak wel even tijd nodig.
Wat je moet weten over horen met hoortoestellen
Welk soort, merk en model hoortoestel is voor jou het meest geschikt? Daarvoor ga je tot je 18e jaar naar een audiologisch centrum. Daar doen ze allerlei hoortesten en kunnen ze je adviseren over de beste opties. Met de resultaten van dat onderzoek ga je dan naar een audicien voor een uitwendig hoortoestel of naar een KNO-arts voor een implantaat. Vanaf je 18e mag je direct naar de audicien als je een nieuw uitwendig toestel nodig hebt.
Veel mensen denken dat je met een hoortoestel weer 100% hoort. Helaas is dat niet zo. Horen en verstaan is zo ingewikkeld dat een hoortoestel dat nooit helemaal in elke situatie goed voor jou kan regelen. Gelukkig zijn er aanvullende hulpmiddelen.
Batterijen
De meeste hoortoestellen werken op knoopcel-batterijen. Er zijn verschillende soorten batterijen die verschillen in afmeting en in de hoeveelheid stroom die ze leveren. Voor ‘gewone’ hoortoestellen zijn zink-luchtbatterijen het meest gangbaar.
Er bestaan ook hoortoestellen met oplaadbare accu’s. Hiermee kun je op de langere termijn aardig wat geld besparen!
Tips
- Vaak kun je via internet batterijen goedkoper aanschaffen dan in de hoorwinkel of bij de drogist.
- Is er veel staal verwerkt in een gebouw, dan kan het zijn dat jouw solo-apparatuur hier last van heeft en gaat ruisen of kraken. Het is dan goed een andere frequentie of solo-apparatuur van een ander merk te proberen.
- Als je een hoortoestel hebt met een T-stand, kun je met zogenaamde earhooks het geluid van bijvoorbeeld een mp3-speler rechtstreeks op je hoortoestel ontvangen. Het voordeel is dat je hiervoor geen extra batterijen of accu nodig hebt. Je hangt de earhooks gewoon aan je oor, naast je hoortoestel.
Het nadeel hiervan is wel dat je tijdens het gebruik van de T-stand andere geluiden niet meer hoort. Als je dat wel wilt, heb je een hoortoestel met een M/T stand nodig. - Als je ergens slaapt waar geen trilwekker aanwezig is, bijvoorbeeld als je op reis bent, dan kun je natuurlijk de trilfunctie van je telefoon gebruiken. Gewoon de trilfunctie inschakelen, je alarm instellen en onder je kussen leggen. Er bestaan ook kleine reistrilwekkertjes.
Kosten en vergoedingen
Ben je ouder dan 18 jaar en heb je meer dan 35 dB verlies aan een oor, dan vergoedt de zorgverzekeraar 75% van de kosten van een hoortoestel. 25% moet je zelf betalen, tenzij je aanvullend verzekerd bent. Dan kan het zijn dat deze kosten ook (deels) vergoed worden. Voor een hoortoestel betaal je ook een eigen bijdrage. Ben je jonger dan 18 jaar? Dan wordt je hoortoestel volledig vergoed door de zorgverzekeraar. Meer informatie hierover vind je op de pagina Vergoedingen.
“Je moet van je beperking geen handicap maken. Ga niet zielig in een hoekje zitten maar kijk welke hulpmiddelen je nodig hebt en schaf ze aan. Zo maak je het jezelf een stuk makkelijker!”
Bluetooth
Apparaten die bluetooth hebben, kunnen hiermee verbinding met elkaar maken. Veel moderne hoortoestellen in de hogere prijsklassen hebben al bluetooth en kunnen daarmee draadloos verbinding maken met bijvoorbeeld een mobiele of vaste telefoon, tv, mp3-speler of muziekinstallatie die ook bluetooth heeft. Als de apparaten één keer contact met elkaar hebben gemaakt, staan ze in elkaars geheugen. Iedere volgende keer dat ze bij elkaar in de buurt zijn, maken ze automatisch contact met elkaar. Een inkomend telefoongesprek wordt dan bijvoorbeeld meteen doorgestuurd naar je hoortoestel. En als je klaar bent met het gesprek, gaat het hoortoestel weer verder met het luisterprogramma waar het eerder mee bezig was.
Een nadeel is wel dat Bluetooth meer stroom verbruikt dan de hoortoestelbatterij aan kan. Bluetooth inbouwen in het hoortoestel zelf is dus (nog) niet mogelijk. Fabrikanten gebruiken daarvoor ‘streamers’. Dit is een ‘tussenstation’ dat de communicatie tussen uw hoortoestellen en de randapparatuur (tv, telefoon) verzorgt.